Teken zijn namelijk erg afhankelijk van het klimaat waar ze in leven. Sommige teken komen daardoor op de ene plaats wel voor en op de ander niet. Dat verklaart ook waarom tekenziekten in het ene gebied meer voorkomen dan in het andere. De Ziekte van Lyme en anaplasma worden bijvoorbeeld overgebracht door de schapenteek. Deze teek komt vooral voor in het noordelijke deel van Europa (Benelux, Duitsland, zuiden van Scandinavië). In de Benelux is het de meest voorkomende tekensoort op mens en dier. Het is daarom logisch dat de Ziekte van Lyme en anaplasmose vooral in onze regio van Europa een probleem vormen.
Ga je naar Frankrijk of richting Hongarije, dan kun je de gevlekte teek tegenkomen. Deze tekensoort kan babesia overbrengen en daarom komt babesiose vooral in deze streken voor. Ehrlichiose wordt dan weer overgebracht door de hondenteek (of bruine teek) die een verspreidingsgebied kent dat wat meer naar het zuiden ligt dan het babesiosegebied. Dus, afhankelijk van je buitenlandse bestemming, kom je andere risico’s tegen met vlooien en teken.
Klimaatveranderingen zorgen er echter wel voor dat de verspreidingsgebieden aan het veranderen zijn. Niet alleen van teken, maar ook van vliegende insecten die ziektes verspreiden. Om een paar voorbeelden te noemen: in de Benelux zien we inmiddels ook babesia besmetting bij honden die nooit in een bekend “risico-gebied” zijn geweest en in Hongarije is hartworm tegenwoordig een probleem, terwijl dat er tien jaar geleden niet voorkwam.
Wees verstandig en gebruik altijd een tekenmiddel met een afwerende werking. Dat helpt het aantal tekenbeten te verminderen, of je nu thuis bent of op reis gaat.
Lees ook: Hoe ga ik goed voorbereid op reis met mijn huisdier?