Teken groeien het best wanneer het warm en een beetje vochtig is. Vroeger zagen we teken daarom vooral aan het begin en het eind van de zomer; dan was het warm genoeg, maar nog niet te droog, wat midden in de zomer meestal wel het geval was. Traditioneel zei men dat het tekenseizoen liep van maart tot en met oktober. Dat is helaas allang niet meer het geval.
Door klimaatverandering vervagen de seizoenen steeds meer en komen strenge winters steeds minder vaak voor. Het uitblijven van (strenge) vorst zorgt ervoor dat teken die vroeger dood zouden vriezen, nu kunnen overleven. Waar we vroeger dus het voorjaar begonnen met een sterk verlaagd aantal teken, blijft de tekenpopulatie tegenwoordig het hele jaar op volle sterkte.
Voor vlooien geldt overigens grotendeels hetzelfde verhaal.