Als je een huisdier hebt met een lange vacht, dan moet je eerst goed borstelen om klitten en knopen te verwijderen. Vervolgens gebruik je een fijne vlooienkam. Het is belangrijk dat je een fijne kam gebruikt, bijvoorbeeld een “luizenkam” die voor kinderen wordt gebruikt. Natuurlijk kun je ook bij je dierenwinkel of dierenarts terecht. Als je een te grove kam gebruikt, kan de vlooienontlasting er gemakkelijk doorheen slippen.
Zorg er verder voor dat je een kommetje water met een druppeltje zeep erin hebt klaar staan.
Als er geen knopen meer in de vacht zitten, dan kam je met de vlooienkam met de richting van de haren mee. Daarbij zijn vooral de rug en de flanken van belang, want daar zitten de meeste vlooien. Als je gekamd hebt, bekijk je de kam. Wees snel, anders kunnen vlooien wegspringen. Zitten er vlooien op de kam, dan kun je die in het bakje water doen; de zeep zorgt ervoor dat ze naar beneden zakken (zonder zeep blijven vlooien drijven).
Als er geen vlooien in de kam zitten, dan zie je vaak wel stof of zand in de kam. Dit lijkt erg op vlooienontlasting en onderscheid maken met het blote oog is moeilijk. Hier biedt het natte witte papiertje uitkomst. Je kunt gewoon een stukje keuken- of toiletpapier gebruiken dat je behoorlijk nat maakt. Je doet vervolgens het verzamelde stof uit de kam op je papiertje. Als er alleen stof of zand inzit, dan gebeurt er niets. Als er echter vlooienontlasting bij zit, dan zul je zien dat het opgedroogde bloed in de ontlasting oplost en een rode of bruine kring vormt rondom het drolletje; rood bij vers bloed en bruin bij wat ouder bloed.
Zo controleer je dus of je huisdieren vlooien heeft, ook als je de vlooien zelf niet kunt vinden.